Muziekkenners noemen het strijkkwartet wel de ideale combinatie van muziekinstrumenten. De ware componist kan in een compositie voor twee violen, een altviool en een cello alles uitdrukken wat in de taal van de klassieke muziek mogelijk is. Op een podium voor klassieke muziek zoals dat van de Stichting Culturele Activiteiten Uithoorn (SCAU) mag het strijkkwartet in de jaarlijkse programmering dan ook niet worden verwaarloosd.
Jong en gretig
Zondagmiddag zat in de, goed bezette, Schutse daarom weer een strijkkwartet op het podium. En wat voor een kwartet. Vier jonge, briljante en gretige musici presenteerden een origineel, veeleisend programma met strijkwartetten van Haydn, Mozart en Bartók. De violisten Ele Bienzobas en Julia Kleinsmann vormen met altvioliste Francesca Wiersma en celliste Emma Kroon het Dostojevski Kwartet. Het programma werd aan het begin en het eind omlijst met korte stukjes volksmuziek uit Scandinavië.
Joseph Haydn werd wel de uitvinder van het strijkkwartet genoemd. Van de talrijke kwartetten die Haydn schreef, koos het ensemble kwartet nummer één, met de naam “De Jacht”. Deze rurale activiteit met hoefgetrappel en hoorngeschal was trouwens ook het thema van het kwartetprogramma deze middag. Haydns vroege kwartet werd prachtig gespeeld. In het rustige, zangerige langzame middendeel lieten de musici horen dat ze superzacht prachtig genuanceerd kunnen spelen en de muzikale spanning toch kunnen vasthouden, zodat je ademloos en ontroerd bleef luisteren. Spel van grote klasse.
Bartók op zijn best
Na de pauze stapte het kwartet van de vertrouwde Haydn-harmonieën met een forse sprong over naar de felle en in het openingsdeel verontrustend striemende klanken van het Vierde Strijkkwartet van Béla Bartók, uit 1928. Ongetwijfeld klopte wat de voorzitter van de Sectie Muziek van de SCAU, Ruurd van der Weg, na de pauze zei: “Dit zal voor menigeen nog ongehoorde muziek zijn, maar ook met die muziek wil de SCAU u laten kennismaken”.
Het Dostojevski Kwartet vertolkte Bartóks veeleisende kwartet schitterend. Na het heftige, woest klinkende openings-allegro werd overgeschakeld naar het snelle, heel zacht gespeelde tweede deel, met de dempers op de snaren. En net als bij het spelen van het Haydn-kwartet lieten de vier musici bij de vertolking van het langzame (derde) deel weer horen hoe genuanceerd en fraai van toon ze lange muzikale lijnen de ruimte kunnen geven. Dat ook stilte en geconcentreerde aandacht in de zaal deel uitmaken van het musiceerproces, demonstreerde het publiek tijdens het luisteren en kijken naar de vier excellente musici. Het is mooi dat zij dat ook bij het uitvoeren van dit door en voor velen ongehoorde werk bereikten.
Met Mozart in vertrouwd vaarwater
Met Mozarts Strijkkwartet nummer 17 in Bes, KV 458, ook “Jachtkwartet” genoemd, werd het SCAU-publiek weer naar rustig klassiek vaarwater geloodst. Mozart zal niet de bedoeling hebben gehad met dit prettig in het oor liggende kwartet net zo’n hemelbestormende bijdrage aan de muziekliteratuur te leveren als met de opera Don Giovanni of de Jupitersymfonie. Wel wilde hij net als zijn voorbeeld Joseph Haydn de vorm van strijkkwartet zo beheersen dat de uitvoering van een kwartet zou klinken als een vriendschappelijke muzikale conversatie tussen gelijkwaardige strijkende partners. Zo klonk dit charmante kwartet uit 1784 ook onder de handen van de vier musici.
Met enkele korte stukjes Noorse volksmuziek uit “Wood Works” in een arrangement van het Danish String Quartet besloot het kwartet het concert. Kamerkoor “Cantabile” staat in de Schutse op zondag 18 december op het SCAU-podium met een kerstconcert. |