Zondagmiddag genoot het publiek van de Stichting Culturele Activiteiten Uithoorn (SCAU) in de Schutse van het Nieuwjaarsconcert door de vijf blazers van het Amsterdam Wind Quintet. Met originele en voor blazersensemble bewerkte composities van Boheemse componisten bezorgden ze de ruim honderdvijftig muziekliefhebbers in de volle zaal een fantastische middag.
De leden van het kwintet zijn jonge professionele blazers met verschillende nationaliteiten. Ze werken freelance, zijn verbonden aan orkesten of zijn als docent actief. Vier jaar geleden stonden ze ook op het SCAU-podium, al is de samenstelling van het kwintet wat veranderd. Nu waren de spelers Tim Wintersohl (fluit), Kees van der Harst (klarinet), Marije Clemens (hobo), James Aylward (fagot) en Margreet Mulder (hoorn).
Moldau stroomt ook overtuigend in kleine bezetting
Sinds 2006 is het kwintet een hecht ensemble waaraan je kunt horen dat ze perfect op elkaar zijn ingespeeld. Ook in veranderende combinaties. Gelukkig zijn van veel composities voor grote bezettingen, zoals voor symfonieorkest, goed klinkende bewerkingen voor kleine ensembles zoals een blaaskwintet gemaakt. Zo’n geslaagde bewerking klonk meteen als openingsstuk: de bekende “Moldau”, uit de orkestsuite “Mijn Vaderland” van de Tsjech Bedrich Smetana.
Met hun meesterlijke vertolking bevestigden de vijf voortreffelijke muzikanten weer eens dat werken die zijn geschreven voor een grote symfonische bezetting niets aan zeggingskracht en schoonheid hoeven te verliezen als een vindingrijke arrangeur ze voor een klein ensemble instrumenteert. Daardoor kon ook de Moldau zich zondagmiddag in de Schutse via liefelijke stroompjes in de fluit en de hobo meeslepend ontwikkelen tot de woeste watermassa die het voluit spelende kwintet met de geweldige basis in de fagot en de hoorn haast buiten zijn Boheemse oevers liet treden. Van Bachs tijdgenoot Zelenka werd in kleinere bezetting de tweedelige Sonate nummer 2 gespeeld. Geen twee hobo’s, zoals in de oorspronkelijke versie, maar een versie voor fluit en hobo, met de fagot als al even welluidend fundament in dit fijnzinnig uitgevoerde trio.
Lof voor toelichtingen
Om beurten gaven kwintetleden een toelichting op de stukken. Hoboïste Marije Clemens bijvoorbeeld deed dat heel informatief door te vertellen waar het “Lied aan de maan” uit de opera “Rusalka” van Antonin Dvorak over gaat. Luisteraars van Radio 4 kennen het lied in de oorspronkelijke versie voor sopraan en orkest. De hoboïste en haar muzikale partners lieten horen dat de fraaie melodie die de sopraan, met tekst, op het operatoneel zingt instrumentaal uitgevoerd op de hobo niets aan schoonheid verliest.
Na de pauze ging het kwintet verder met liedbewerkingen. Nu was Gustav Mahler aan de beurt. Die bewerkte ook zelf al menige compositie voor verschillende bezettingen, zoals liederen met pianobegeleiding waarvan hij ook een versie met orkest maakte. De componist zou zeker tevreden zijn geweest over de deze middag vertolkte drie, smaakvol gearrangeerde, bewerkingen van drie liederen uit de cyclus “Des Knaben Wunderhorn”. Het grillige, zoals in de klarinet pakkend neergezette, karakter van de liederen, werd door de musici raak getroffen.
Met het Kwintet in D opus 91 nummer 3 van Anton Reicha werd het concert besloten. Dat was een goede keuze, want je kon horen dat Reicha in de vroege negentiende eeuw een specialist was op het gebied van de blaasmuziek voor kleine bezetting. De kwintetleden konden alle vijf gloriëren in het aangenaam klinkende, goed geschreven werk. Stilletjes herkenbaar was dat Reicha zelf de fluit bespeelde, waardoor Tim Wintersohl van de oude componist kennelijk nog wat leuke virtuoze extra noten in zijn fluitpartij cadeau had gekregen.
Als toegift na het stevige slotapplaus klonk, hoe kon het anders op een Nieuwjaarsconcert, Strauss’ “An der schönen blauen Donau”.
Op zondag 19 februari presenteren sopraan Francine Vis (mezzo-sopraan), Helena Basilova (piano) en Eva van Grinsven (saxofoon) bij de SCAU in de Schutse het liedprogramma “Frauen, Liebe und Leben”, met liedkunst van Schumann, Brahms en Bizet. |