| Onder componisten heeft het strijkkwartet altijd gegolden als een ideale combinatie van instrumenten. Met een eerste en een tweede viool, een altviool en een cello kan een goede componist instrumentaal en vierstemmig met beperkte middelen alles kwijt wat hem muzikaal beweegt. Alle grote componisten hebben dan ook strijkkwartetten geschreven. Maar om in zo’n kleine bezetting toch steeds een muzikaal verhaal te vertellen dat van de eerste tot de laatste noot blijft boeien, is wel een ensemble nodig met musici die naadloos op elkaar zijn ingespeeld en elkaar feilloos aanvoelen.
Zo’n ensemble is het Gaudi Kwartet, dat zondagmiddag optrad in de kamermuziekserie van de Stichting Culturele Activiteiten Uithoorn (SCAU). De Thamerkerk was de, met veel en aandachtig luisterend publiek gevulde, grote huiskamer voor het, met jeugdig elan en totale inzet spelende, kwartet.
Anita Jongerman en Marjolein Canté, viool, Florin Negreanu, altviool en Sander van Berkel, cello, spelen al sinds 1999 in dit kwartet en in andere instrumentale combinaties
met elkaar samen. Daardoor konden we horen en ook aan de lichaamstaal van de spelers zien dat een ideale, oermuzikale, eenheid op het podium zat.
Dat was te merken bij het sprankelend gespeelde driedelige Divertimento in F van Mozart, hoogwaardige amusementsmuziek voor Mozarts adellijke begunstigers.
Wegens een pas herstelde handblessure van de altviolist had het oorspronkelijk geprogrammeerde, voor de spelers nieuwe, strijkkwartet in F van Maurice Ravel plaats gemaakt voor het al goed ingespeelde kwartet in a kleine terts van Felix Mendelssohn. Een al rijp meesterwerk van de tijdens het componeren nog maar achttienjarige componist. Het kwartet kreeg een meesterlijk vertolking. Als in één adembeweging en in volstrekte eensgezindheid rezen de crescendo’s energiek of ging het volume terug naar superzacht, alles gehuld in een prachtige warme klank. Met, waar nodig, nu eens de eerste viool op de voorgrond, dan weer de tweede viool of de altviool en de cello met hun volle, donkere timbres.
Na de pauze werd het Amerikaanse strijkkwartet van Dvorak gespeeld, geschreven toen de componist aan het conservatorium in New York doceerde en vaak heimwee naar zijn geboorteland Tsjechië voelde. Dat hoorde je in het melancholieke, prachtige gespeelde, langzame deel van het, wel weer vrolijk in Boheemse dansritmes eindigende, kwartet.
Een jolige en virtuoos de zaal in gespeelde tango van Piazzolla besloot het optreden van het Gaudi Kwartet, dat onder luid applaus de zeer verdiende bloemen als dank van de SCAU in ontvangst nam.
Op zondag 21 december, weer om 14.30 uur, presenteert het Aphense kamerkoor Cantabile in de Uithoornse Thamerkerk een afwisselend en luchtig kerstprogramma. Nadere informatie vindt men op www.scau.nl.
Bob Berkemeier |
