Ook voor blazersensembles die de omvang van een duo of trio overstijgen, maar niet de forse afmetingen van een harmonieorkest hebben, is veel geweldig mooie muziek geschreven die je zelden hoort. Dat demonstreerde het Helicon Ensemble uit Maastricht zondag in de Thamerkerk op het maandelijkse middagconcert van de Stichting Culturele Activiteiten Uithoorn (SCAU).
Op het podium zaten twee fluitisten, twee hoboïsten, twee klarinettisten, twee fagottisten en twee hoornisten, aangevuld met bespelers van de trompet en de contrabas. Zulke combinaties verzorgden in de tijd van Mozart en Beethoven vaak de muziek aan de talrijke grafelijke en vorstenhoven in Midden-Europa die zich geen volledig symfonieorkest konden permitteren. Daar ligt dan ook de basis van de muziek voor dit type blazersensembles.
Dertig jaar geleden al ging een groep studenten aan het Maastrichts conservatorium zich toeleggen op het spelen van originele en bewerkte composities voor dubbele blazers-kwartetten en –kwintetten. Zo ontstond het Helicon Ensemble, dat met regelmatig nieuwe spelers en speelsters in de groep nog steeds wekelijks repeteert en met een breed repertoire concerteert. De musici zijn overwegend als freelancer, orkestlid of muziekdocent werkzaam. Wat hen bindt is de onvoorwaardelijke liefde voor de blaasmuziek in kleine bezetting. Inmiddels is dirigent Björn Bus tien jaar hun muzikaal leider.
Met zijn musici had Bus een toegankelijk en overwegend zonnig, speels en vrolijk programma samengesteld. Alle kleuren van het blazersensemble konden daarin schitteren. Dat gebeurde briljant, in hecht, genuanceerd samenspel en met zichtbaar uitstralende speelvreugde.
We hoorden eerst een knap gecomponeerde en met vaart gespeelde Nocturne van de nog maar vijftienjarige Mendelssohn. Dat ook minder bekende tijdgenoten van de klassieke componisten prima konden componeren bewezen de daarna gespeelde delen uit de “Partita in Bes” van de Bohemer Krommer. Een smaakvol gemaakte bewerking van Debussy’s voor piano geschreven “Petite Suite” volgde. Elgars, na de pauze gespeelde, Serenade voor strijkorkest bleek ook in de versie voor blazers niet onder te doen voor het origineel, met zelfs meer kleur op de wangen in deze prachtige bewerking en uitvoering. Vervolgens gingen de remmen pas goed los in het opgewekte “Old Wine in New Bottles” van de Engelsman Gordon Jacob, die oude Engelse volksmelodietjes met fantasie had verpakt in dit uitstekend geïnstrumenteerde stuk uit 1959. Trompetsolist Henk Haan was in het uitbundige “Le Gay Paris”van Jean Francaix samen met het ensemble achter zich een voortreffelijk en beheerst spelend hekkensluiter aan het eind van dit afwisselende programma. Hij liet horen dat je de trompet in dit dartele, typisch Franse, genre solistisch met een subtiele en wendbare kamermuziekklank kunt bespelen.
Op zondag 15 februari, om 14.30 uur, presenteren sopraan Christina Völtl, mezzosopraan Natascha Morsink en pianist Andrew Clark hun luchtig muzikaal theatrale programma “Decamerone” op het SCAU-podium in de Thamerkerk.
Bob Berkemeier |