“Dank zij de inzet van veel vrijwilligers is in Uithoorn op cultureel gebied weer veel te doen. Zoals de “bibliopera”over architect Gerrit Rietveld rond het vijftigjarig bestaan van “De Hoeksteen” op 3 en 4 oktober, met bijna honderdvijftig vrijwillige medewerkers alleen al in het koor. En zoals de Stichting Culturele Activiteiten Uithoorn, de SCAU, al jaren laat zien door het organiseren van concert- en kleinkunstprogramma’s in de Thamerkerk”. Dat zei wethouder Ria Zijlstra toen ze het nieuwe seizoen van de SCAU zondag opende als portefeuillehouder Cultuur.
Deze eerste zondagmiddag van de reeks van acht concert-en kleinkunstprogramma’s was de lichte muze aan zet, met een optreden door Ernst de Corte, zang, en Guus Westdorp, piano.
Ernst de Corte vond de liedjes van zijn beroemde vader Jules en het vele pianospelen door vader, moeder en de vijf broers en zussen in het drukke ouderlijk huis als jongen aanvankelijk maar niets. Maar dat veranderde later toen hij de poëtische en muzikale kwaliteiten van de meer dan drieduizend liedjes van zijn vader ging doorgronden en daardoor vader Jules eigenlijk pas goed leerde kennen. Jules de Corte is er niet meer, maar zoon Ernst houdt zijn muzikale erfenis levend door de, stuk voor stuk meesterlijk gecomponeerde, liedjes van zijn vader in een lichtvoetig en afwisselend programma zelf te zingen. Met korte biografische kanttekeningen en jeugdherinneringen ertussendoor. En met de uitstekend begeleidende componist, tekstschrijver, arrangeur en pianist Guus Westdorp aan de vleugel.
Het goed op elkaar ingespeelde duo opende deze middag voor de aandachtig luisterende liefhebbers van het Nederlandse lied in de goed gevulde zaal een ware schatkist met voor velen onbekende of al in de vergetelheid geraakte liedjes met spitsvondige, geestige, beschouwende en ook licht maatschappijkritische teksten. Daardoor bleek dat het oeuvre van Jules de Corte nog veel meer omvatte dan alleen het bekende “Ik zou wel eens willen weten, waarom zijn de bergen zo hoog”. Van “Anna Weltevreden” tot “Een dom jongetje”, van alle kanten werd zondagmiddag door middel van een representatieve selectie belicht wat er allemaal in die schatkist bewaard is gebleven. Pianist Guus Westdorp hoefde er weinig meer aan te arrangeren, want Jules de Corte kon aan de piano even fantasierijk als knap en muzikaal deugdelijk componeren.
Alles klonk zondagmiddag nog even fris als decennia geleden, toen Jules de Corte nog onder de levenden en zelf veel te horen was, op de radio en live. Dat zoon Ernst qua stem erg lijkt op vader Jules moet wel een erfelijk bepaalde eigenschap zijn. Het uitbundige applaus na het laatste liedje, gevolgd door een toegift, was het duidelijke signaal dat het SCAU-publiek een mooie middag heeft beleefd.
Bob Berkemeier |